Meer dan de helft van de wereldbevolking leeft in steden, op slechts 2 procent van onze planeet. De trek naar steden is logisch. Op het platteland zijn niet genoeg banen. In deze agglomeraten wonen, werken en leven honderdduizenden tot zelfs miljoenen mensen met elkaar. Dat geeft een enorme druk op deze plekken. De banlieues van nu. Met als voorbeeld de Franse voorsteden. Veel oude stadsdelen worden drukker, lawaaiiger, vuiler en ongezonder. We moeten dit met elkaar zien te kantelen.
The European Environment Agency over de kwaliteit van leven in steden (2012): ‘Over the past decade, urban quality of life has substantially improved, but, yet, in society at large, ground is being lost, serious health problems are arising from air pollution, the number of obese people is increasing and major economics, environmental and social impact are foreseen as a consequence of climate change. The problems are serious, and we are on the brink of a potentially irreversible change. While our current way of life provides us with quality, at at the same time it is putting our future at risk. A change to sustainable life styles, which nonetheless provide all necessary happiness, is required.’
De gelukkige en bruisende stad
‘Optimisme is een morele plicht’, zei wetenschapsfilosoof Karl Popper.Ā We kunnen oplossingen vinden om onze steden gezond en veilig te houden. In onze ogen betekent dat impact creĆ«ren op het zo kleinst mogelijk niveau. Onze kiosk is hierbij zowel metafoor als ook materialisatie van dit gedachtegoed. Waar menselijke waarden passen bij de oplossing die we voorzien. Waar mensen met elkaar de stad maken. Waar innovatie plaats vindt op wijk en buurtniveau. Waar mensen samen de stad leefbaar maken.Ā Want ondanks de grootstedelijke problemen, is in de stad ook plek voor oplossingen en experimenten.
Waar landelijke regelgeving veel in de weg zit, wordt plaatselijk steeds meer gedoogd ten bate van het experiment. In Amsterdam is er een āFree Zoneā ontstaan waar ondernemers en burgers een, op sterven na, dode winkelstraat weer leven in hebben geblazen. Het kan overal, ook in Tilburg, in Maastricht, maar ook in Parijs. Steden zitten vol dynamiek. Trends en vernieuwing ontstaat daar niet zomaar. Burgers tonen hun lef en richten burgerbedrijven op of coƶperaties. Er komen nieuwe vormen van volkskeukens met buurtgenoten als ondernemers. Er ontstaan wijkmusea en verhalenhuizen. De kleine economie wordt omarmd.
Omdenken is vooral omdoen. Waar inwoners oppakken en aanpakken. De antwoorden liggen in de kruising tussen stedenbouw en de opkomende wetenschap van geluk. In de gelukkige stad zie je een progressieve beweging de leefstijl van inwoners kantelen. Met onze kiosken en paviljoens creƫren we plekken waar we weer verbinding vinden.
Je ziet het overal in de wereld gebeuren. In een Columbiaanse stad gebruikt men een “vrolijke” bus om de status van angst in de sloppenwijken te verlichten; een Deense architect bracht de lessen van de middeleeuwse Toscaanse steden tot het hedendaagse Kopenhagen; een activist transformeerde stedelijke snelwegen rondom Parijs tot stranden. Het kan allemaal door te doen.
De boodschap is zo verrassend als het hoopvol is: de groene stad, de low-carbon stad, de gezonde en gelukkige stad zijn op dezelfde plaats, en we kunnen ze allemaal helpen bouwen.